Spoedlocaties bodemsanering

De provincie Zuid-Holland steekt veel energie in de aanpak van locaties met ernstige bodemverontreinigingen waarbij onaanvaardbare risico’s zijn aangetoond. Deze locaties worden met voorrang (spoed) gesaneerd.  
De beslissing om een verontreinigde bodem met voorrang (spoed) te saneren wordt genomen op basis van een risicobeoordeling en de huidige functie en het gebruik van de locatie.   

Daarbij zijn drie typen risico’s bepalend, risico’s voor: 

  • de mens (humane risico’s)
  • de dieren en planten (ecologische risico’s)
  • de snelheid van verspreiding van de verontreiniging met het grondwater (verspreidingsrisico).

Is sprake van een locatie met onaanvaardbare risico’s dan wordt deze in het bodemsaneringsbeleid gedefinieerd als een spoedlocatie. 

Voor de aanpak van bodemverontreiniging wordt ook beoordeeld of de risico’s nog “acceptabel” zijn waardoor niet direct maatregelen getroffen hoeven te worden.  In zulke gevallen wordt de aanpak overgelaten aan de dynamiek van de markt.  De provincie heeft daarin vooral een toetsende en toezichthoudende rol op de uitvoering. 
In de periode van 2009 tot 2020 zijn voor de aanpak van spoedlocaties landelijke afspraken gemaakt in twee opeenvolgende bodemconvenanten, van 2010-2015 en van 2016-2020. In deze twee perioden zijn tal van locaties onderzocht, beoordeeld en aangepakt. Het laatste bodemconvenant is op 31 december 2020 geëindigd. 

Op dit moment resteren nog enkele tientallen locaties die nog aandacht behoeven. Ondanks dat het bodemconvenant is afgelopen zal provincie er op blijven sturen dat ook deze locaties worden opgepakt en afgerond. 

De aanpak van bodemverontreiniging vraagt echter tijd. Soms omdat het gaat om complexe maatschappelijke, juridische of financiële vraagstukken die opgelost moeten worden voordat met de aanpak begonnen kan worden.  
En soms vraagt de uitvoering vanwege de saneringsmethode en saneringstechniek veel tijd om de verontreiniging te verminderen.  
Op de meeste locaties gaat het om het volgen van de voortgang van eenal lopende sanering, maar op een aantal locaties zijn acties nodig om samen met de betrokken partijen onderzoek en sanering een stap verder te brengen en knelpunten weg te nemen. 

Het beleid van de provincie is er op gericht om enerzijds de onaanvaardbare risico’s snel weg te nemen en anderzijds dit zoveel mogelijk door marktpartijen en belanghebbenden te laten uitvoeren. De provincie maakt daar afspraken over en stimuleert verantwoordelijke partijen en belanghebbenden tot het uitvoeren van onderzoek en sanering.  
De provincie let er daarbij op dat saneringsmaatregelen zoveel mogelijk samenvallen met de maatschappelijke dynamiek zoals bouwwerkzaamheden en (her)ontwikkeling. Uitgangspunt is dat de risico’s worden weggenomen en de bodem geschikt wordt gemaakt voor het gebruik. Soms moeten tijdelijke beveiligingsmaatregelen genomen worden of kunnen saneringen in fases worden uitgevoerd. 

Kaart spoedlocaties bodemsanering 1 januari 2023

Grotere kaart weergeven

Aanpak Provincie Zuid Holland

De aanpak van bodemverontreiniging maakt steeds meer deel uit van reguliere ruimtelijke projecten. Door in de planvorming en de toekenning van functies rekening te houden met aanwezige bodemverontreiniging en de beschermingsmaatregelen die de beoogde functie vraagt, kunnen kosten worden bespaard. 

De provincie heeft de uitvoering van bodemtaken, waaronder deze spoedlocaties, ondergebracht bij de regionale omgevingsdiensten. Per geval beoordeelt de omgevingsdienst welke maatregelen nodig zijn en wie deze moet uitvoeren. In veel gevallen is volgens de Wet bodembescherming de eigenaar zelf verantwoordelijk voor onderzoek of sanering. In het geval waar geen verantwoordelijken zijn aan te wijzen neemt de omgevingsdienst zelf initiatief voor het onderzoek en sanering namens de provincie. 

Stand van zaken

Sinds de start van het eerste bodemconvenant in 2010 zijn ruim 200 spoedlocaties aangepakt en afgerond.  
Sporadisch worden nog tijdens regulier bodemonderzoek nog locaties ontdekt die prioriteit behoeven. Met inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 vervalt de Wet bodembescherming en komen er geen spoedlocaties meer bij.   

De provincie monitort de voortgang en de aanpak jaarlijks (peildatum 1 oktober).
Per 1 januari 2023 bestaan er nog 41 spoedlocaties binnen de provincie Zuid-Holland. 

In onderstaand histogram is het aantal geregistreerde spoedlocaties per jaar weergegeven. 

De komende jaren zal prioriteit worden gegevens aan het afronden van de aanpak van alle resterende spoedlocaties. 

De aantallen hebben betrekking op het gebied waarvoor de provincie Zuid-Holland zelf bevoegd gezag is in het kader van de Wet Bodembescherming. Dit betreft geheel Zuid-Holland, behalve de gemeenten Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden en Schiedam. Deze gemeenten zijn zelf het bevoegd gezag.​ 

Na de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 vallen de spoedlocaties onder het overgangsrecht en blijven daarmee onder het bevoegd gezag van de provincie.