Voortgang energietransitie provincie Zuid-Holland

Intro

De Provincie Zuid-Holland monitort de voortgang van het energietransitie proces via de 5 sectoren zoals gedefinieerd in het nationale Klimaatakkoord van 2019. Dat zijn de sectoren Elektriciteit, Gebouwde Omgeving, Industrie, Landbouw & Landgebruik en Mobiliteit.

De duurzame voortgang wordt cijfermatig via 4 indicatorgroepen gemonitord: 1) Emissies, 2) Energiegebruik, 3) Duurzame Groei en 4) Energietransitie.

Algemeen

Duurzame energie zorgt voor minder CO2 uitstoot, schonere lucht, gezondere leefomgeving en een sterke concurrentiepositie in Zuid-Holland.

Energietransitie is de naam voor de overgang van een fossiel energiesysteem naar een structureel duurzame energievoorziening[1]. In het Klimaatakkoord van Parijs (2015) heeft de internationale gemeenschap afgesproken om de opwarming van de aarde onder de doelstelling van 2°C boven het pre-industriële niveau te houden. De uitstoot van broeikasgassen als gevolg van menselijk handelen is namelijk een belangrijke oorzaak voor de huidige opwarming van de aarde.

[1] Niet alle CO2-uitstoot hangt direct samen met energiegebruik. Zogenaamde niet-energetische emissies zoals methaan door vee in de landbouw, bij stortplaatsen, in de bouw, door de zware industrie, of uit veenweidegebieden worden ook genomen in het sturen op reductie van emissie van broeikasgassen.

Nederland heeft in het Klimaatakkoord (KA, 2019)  en de Klimaatwet vastgelegd om

de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990 te verminderen met 49% in 2030 en 95% in 2050. Vanaf 2020 staan dit doel en de daarvan afgeleide doelen per elk van de 5 KA sectoren (elektriciteit, gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, landbouw) centraal bij de uitvoering van het provinciale programma op het gebied van de energietransitie en het beperken van de uitstoot.

Energie is belangrijk voor Zuid-Holland. Met de Rotterdamse haven, veel (petrochemische) industrie, de glastuinbouw en hoge bevolkingsdichtheid is het één van de meest energie intensieve regio’s van Europa. Het uitvoeringsprogramma Provincie Zuid-Holland 2020-2023 – ‘Schone Energie voor iedereen’ draagt bij aan de nationale Klimaatakkoord doelstellingen. De provincie werkt aan een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening voor Zuid-Holland.

Kernpunten: ruim baan voor zonne-energie, zuinig op het landschap, participatie, energiebesparing, Zuid-Hollandse warmte voor gebouwen en kassen.

Beleid

Nationaal

Het nationale doel van het Klimaatakkoord is om in 2030 49% minder CO2 uit te stoten dan in 1990. En in 2050 zal de uitstoot 95% minder moeten zijn.

In het Klimaatakkoord staan afspraken met 5 sectoren over de maatregelen die deze sectoren de komende 10 jaar en in de jaren daarna gaan nemen om de klimaatdoelen te halen. Deze sectoren zijn gebouwde omgeving, landbouw en landgebruik, elektriciteit, industrie en mobiliteit.

Gebouwde Omgeving

In 2050 moeten in Nederland 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen van het aardgas af zijn. Dat betekent isoleren en gebruikmaken van duurzame warmte en elektriciteit. Voor 2030 is het streven de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd te hebben.

Mobiliteit

In 2050 stoot het Nederlands verkeer en alle transport geen schadelijke uitlaatgassen en CO2 meer uit. Verkeer, transport, bereikbaarheid en toegankelijkheid kunnen schoner, slimmer en beter. De transitie naar elektrisch vervoer en aandrijving met duurzame waterstof is daarbij belangrijk.

Landbouw/landgebruik

Naast de boeren en tuinders hebben alle voedselketen partijen een rol in het klimaatneutraal maken van de landbouw. Een omslag naar kringlooplandbouw, ander voedsel en aanplant van natuur zijn gunstig om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en/of op te slaan.

Veengebieden veroorzaken CO2-uitstoot door de kunstmatig laag gehouden grondwaterstand om o.a. agrarische productie te faciliteren.

Elektriciteit

In 2030 wil Nederland 70% van alle elektriciteit opwekken door wind en zon. Het doel in 2050 is om helemaal geen fossiele energiebron te gebruiken.

Duurzame stroom uit zon en wind is veel meer afhankelijk van het weer. Bij veel zon en veel wind is er veel elektriciteit. Als het windstil is en bewolkt of nacht, kan er weinig duurzame stroom worden opgewekt. Om op ieder moment genoeg elektriciteit beschikbaar te hebben zijn slimme vormen van opslag, conversie en sturing op vraag en aanbod van elektriciteit een vereiste en belangrijke beleidsthema’s.

Industrie

Het streven is om in 2050 doel een circulaire en CO2 arme industrie gerealiseerd te hebben in Nederland. Fabrieken gebruiken dan duurzame elektriciteit (zon, wind) of energie uit aardwarmte, duurzaam geproduceerde waterstof en biogas. Het gebruik van grondstoffen is afkomstig uit biomassa, reststromen en restgassen.

Naast gebruiker van energie is de industrie ook producent en onderdeel van het grotere energiesysteem.  Naast eigen gebruik van restwarmte  levert de industrie bijvoorbeeld ook aan de tuinbouw en gebouwde omgeving.

Provinciaal

Zuid-Holland heeft zich gecommitteerd aan het nationale Klimaatakkoord. Met het programma ‘Schone Energie voor Iedereen’ draagt de provincie deze bestuursperiode bij aan het nationale doel om in 2030 de helft minder CO2 broeikasgas uit te stoten. Het programmais de opvolger van de Energie-Agenda ’Watt Anders’ uit de bestuursperiode 2015-2019.

Het uitvoeringsprogramma samengevat.

Gezamenlijk doel

Provincie, rijk, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, lokale initiatieven en maatschappelijke organisaties in Zuid-Holland werken gezamenlijk aan het landelijk bepaalde doel in het klimaatakkoord: 49% minder CO2 uitstoot in 2030.

De inspanning van de provincie Zuid-Holland

De provincie draagt bij aan bovenstaand doel en zet zich ervoor in dat alle activiteiten samen komen

in een betrouwbare en betaalbare energievoorziening voor Zuid-Holland. Voor dat doel analyseren

we knelpunten en kansen die op provinciale schaal spelen en ontwikkelen instrumenten om deze aan te pakken. Onderwerpen die op provinciale schaal spelen zijn onder meer energie-infrastructuur, landschappelijke impact, vraag en aanbod van energie, participatie en lange termijn visie. Knelpunten zijn bijvoorbeeld gebrek aan capaciteit bij partners die voor grote opgaven staan, behoefte aan specifieke kennis, innovaties of regelgeving.

Kansen zijn bijvoorbeeld Europese subsidies, economische kansen of slim ruimtegebruik.

De provinciale toolbox om het doel te bereiken:
  • Verbinden, kennis delen en samenwerken
  • Ondersteunen, faciliteren en innoveren, bv via field labs en pilots
  • Participatie, financiële en juridische steun en communicatie
  • Agenderen, richting geven, ruimtelijk instrumentarium inzetten
  • Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Het programma is opgebouwd uit de volgende pijlers:
  1. Schone stroom voor Zuid-Holland
  2. Duurzame warmte voor gebouwen en kassen
  3. Werken aan een toekomstbestendig systeem voor energie en grondstoffen
  4. Duurzame mobiliteit
  5. Duurzame landbouw en landgebruik
Schone stroom voor Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland draagt met het stimuleren van lokale initiatieven, verkenningen en ruimtelijk beleid bij aan een stabiel en zeker netwerk voor elektriciteitsvoorziening (stroom), dat robuust en toekomstbestendig is. Samen met gemeenten, netbeheerders en andere stakeholders werken we samen aan zeven Regionale Energiestrategieën in onze provincie.

We willen dat er goed gebruik wordt gemaakt van de ruimte die er (al) is voor zonne-energie en streven naar windenergie op maat, passend in het landschap. Met ruimtelijk beleid wijzen we locaties aan voor de opwek van energie. We bevorderen betrokkenheid van inwoners en bedrijven bij de energietransitie. Daarom ondersteunen we initiatieven van inwoners om zelf elektriciteit op te wekken, al dan niet in coöperatief verband. Ook dragen we bij aan het vergroten van kennis over energiebesparing en het opwekken van duurzame elektriciteit voor bedrijven en inwoners.

Duurzame warmte voor gebouwen en kassen

Een groot deel van het energiegebruik in Zuid-Holland voor gebouwen en kassen wordt ingezet voor verwarmen. De transitie naar duurzame verwarming is hier dus een grote stap op weg naar schone energie. Met restwarmte en veel mogelijkheden voor o.a. aardwarmte heeft Zuid-Holland de kans om in een groot deel van de vraag naar deze warmte te voorzien. Daarom zetten we ons in om duurzame warmtebronnen verder te ontwikkelen en maken we ons sterk voor de aanleg van een robuust provinciaal warmtetransportsysteem. We ondersteunen gemeenten bij de transitie naar aardgasvrije wijken en het nemen van energiebesparende maatregelen. Isolatie en andere energiebesparende maatregelen leveren een grote bijdrage aan het verminderen van de CO2 uitstoot en staan daarom ook centraal in onze aanpak. Daarnaast ondersteunen we beheerders van klein maatschappelijk vastgoed bij de transitie.

Werken aan een toekomstbestendig systeem voor energie en grondstoffen

De provincie levert een bijdrage aan de energie- en grondstoffentransitie die nodig is voor de omschakeling naar een duurzame industrie die CO2-arm opereert. We stimuleren innovatie en doen onderzoek naar het energiesysteem van de toekomst. De provincie stuurt op besparing en efficiënt gebruik van energie. Knelpunten in bijvoorbeeld energie-infrastructuur helpen we aanpakken, kansen zoals het faciliteren van fieldlabs en innovaties, bevorderen van duurzame economische groei, het bevorderen van Zuid-Holland als vestigingsplaats voor schone industrie en nieuwe werkgelegenheid helpen we verzilveren.

Duurzame mobiliteit en landbouw en landgebruik

De provinciale ambities voor duurzame mobiliteit en landbouw en landgebruik (uitgezonderd

glastuinbouw) staan niet in dit programma, omdat ze integraal zijn opgenomen in

het provinciale mobiliteitsbeleid (ambitie 2 van de provinciale begroting) en landbouwbeleid (ambitie 5 van de provinciale begroting). Beide onderwerpen maken wel deel uit van

de provinciale rapportages in het kader van het klimaatakkoord.

De PZH ‘Meterstand’ geeft jaarlijks een inkijk in de provinciale inzet en acties op het gebied van de energietransitie en het reduceren van uitstoot van broeikasgassen. Die inzet is de vertaling van de prioriteiten en afspraken in het Zuid-Hollandse coalitieakkoord 2019-2023.

Feiten & cijfers

De Nederlandse politiek heeft als doel van het Klimaatakkoord vastgesteld: in 2030 stoten we in Nederland bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uit dan we in 1990 deden. Uiteindelijk moet de uitstoot in Nederland in 2050 omlaag met 90% of meer. Het Klimaatakkoord rekent met de IPCC methode.

In onderstaande tabel zijn de doelen weergegeven die in het Klimaatakkoord staan.

In het Klimaatakkoord wordt ook een doel gesteld ten opzichte van het referentiescenario. Dit referentiescenario is een prognose van de verwachte emissies in 2030. Door het doel te vergelijken met de prognose wordt duidelijk hoeveel extra er bespaard moet worden om de doelen in het Klimaatakkoord te halen, en hoeveel inspanning daar voor nodig is (bovenop al bestaand beleid).

Sectoren klimaattafels Sectoren nationale economie uit top 15 die hieronder vallen Emissies(CO2-equivalenten) Reductieopgave
Emissies 1990 Emissies 2015 Plafond 2030 T.o.v. 1990 T.o.v. 1990 T.o.v. ref. scenario
Elektriciteit Energie 39,6 52,8 12,4 27,2 69% 20,2
Industrie (incl. AVI’s, raffinaderijen, winningsbedrijven) IndustrieWaterbedrijven en afvalbeheer 87,0 55,1 35,7 51,3 59% 14,3
Mobiliteit Vervoer en opslagVervoer huishoudens 32,3 35,5 25,0 7,3 23% 7,3
Landbouw en landgebruik Landbouw, bosbouw en visserij 32,9 27,3 22,2 10,7 33% 3,5
Gebouwde omgeving Gasgebruik huishoudens 29,9 24,4 15,3 14,6 49% 3,4
Totaal (%) 100% 88% 49% 50% 50% 22%

Bron:  Uitstoot broeikasgassen in Nederland CE-Delft, 2020

_____________

[1] Niet alle CO2-uitstoot hangt direct samen met energiegebruik. Zogenaamde niet-energetische emissies zoals methaan door vee in de landbouw, bij stortplaatsen, in de bouw, door de zware industrie, of uit veenweidegebieden worden ook genomen in het sturen op reductie van emissie van broeikasgassen.