Woonzorgopgave

Door de bevolkingsontwikkelingen zullen op termijn meer ouderen behoefte hebben aan wonen met zorg. Dit gaat zowel om wonen met 24-uurs zorg (beschermd wonen), bijvoorbeeld in een verpleeghuis, als zelfstandig wonen met zorg (verzorgd wonen) of zelfstandig wonen zonder zorg. Dit is een woning die toegankelijk is voor bewoners met een rollator. Door de landelijke beleidskeuzes neemt met name de vraag naar verzorgd wonen toe. Het Tympaan Instituut heeft met het Ramingsmodel Wonen met Zorg (RWZ) geraamd dat de vraag in veel regio’s niet kan worden opgevangen met de huidige woningvoorraad.

 

 

Demografische ontwikkeling en wonen met zorg

Met name het aantal 75-plussers stijgt sterk in Zuid-Holland tussen 2017-2050. Dit is de groep die het meest gebruik maakt van wonen met zorg. Voor de ontwikkelingen op de woningmarkt is het belangrijk om de demografische ontwikkelingen van alle leeftijdscategorieën te volgen. Zeker omdat huishoudens steeds kleiner worden.​

 

De prognoses van het aantal inwoners met behoefte aan een vorm van wonen met zorg zijn gebaseerd op de gegevens:

 

  • bevolkingsontwikkeling: ABF primos prognose 2015
  • aantal ouderen met een indicatie voor een verpleeghuis en het aantal ouderen dat persoonlijke verzorging ontvangt in 2015 (CIZ)
  • aantal volwassenen met mobiliteitsbeperkingen (WoON 2015) (zie voor uitgebreidere uitleg de Toelichting berekeningen​)

 

Daarnaast is er rekening mee gehou​den dat ouderen later in aanmerking komen voor een plek in een verpleeghuis door de aangescherpte eisen in de Wet langdurige zorg. Er is geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat ouderen in de toekomst langer gezond blijven en met de leeftijdssamenstelling binnen de groep 65-plussers. Het eerste betekent dat de cijfers overschat worden, het tweede een onderschatting omdat er in de toekomst meer 75-plussers zijn dan 65-74 jarigen.

 

Naar verwachting stijgt het aantal ouderen met een behoefte aan een beschermde woonvorm van zo’n 36.000 in 2015 in heel Zuid-Holland naar ongeveer 50.500 in 2050. Het aantal mensen met behoefte aan verzorgd wonen neemt toe van zo’n 39.000 naar 92.000 en het aantal ouderen met behoefte aan een geschikte woning zonder zorg van 143.000 naar 235.000 in heel Zuid-Holland. Door demografische ontwikkelingen verschillen de stijgingspercentages tussen de regio’s.

 

De groep met behoefte aan verzorgd wonen betreft met name 75-plussers bij wie de lichamelijke aandoeningen de voornaamste reden zijn waarom ze er gebruik van maken (somatische problemen). Ouderen waarbij de dementie het grootste probleem is, beslaan ongeveer 10% van de behoefte van verzorgd wonen.

 

Woningopgave

Ouderen die zelfstandig wonen maar persoonlijke verzorging nodig hebben of slecht ter been zijn, hebben behoefte aan een geschikte woning. Wat precies een geschikte woning is, is aan discussie onderhevig (zie ook Wanneer is een woning geschikt​). In het RWZ is een geschikte woning een nultredenwoning of een eengezinswoning die geschikt te maken is door bijvoorbeeld een traplift te plaatsen, twee rolstoeltoegankelijke toiletten te creëren etc. We schatten welk aandeel van de woningen geschikt is, op basis van het bouwjaar, de eigendomsvorm en de oppervlakte.

 

Er worden nog twee correcties gemaakt in het bepalen van de woningopgave. Ten eerste, geschikte woningen zijn niet perfect verdeeld onder de doelgroep. Er wonen ook mensen zonder beperkingen in geschikte woningen. Op basis van cijfers uit het WoON hebben we bepaald welk aandeel van de nultredenwoningen en eengezinswoningen nu wordt bewoond door 65-plussers. Ten tweede schatten we op basis van het WoON 2015 welk aandeel van de 65-plussers behoefte heeft aan een koop- of huurwoning.

Deze aannames zijn gebaseerd op provinciale gemiddelden. Omdat de woningvoorraad en de bevolkingssamenstelling per regio verschilt, is het mogelijk om deze waarden zelf aan te passen​ in het uitgebreide dashboard Woonzorgopgave (zie hieronder).

 

Voor heel Zuid-Holland geldt dat er naar verwachting na 2020 een tekort aan woningen ontstaat, zowel voor huur- als koopwoningen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het tekort aan koopwoningen wordt overschat doordat niet de hele voorraad kan worden meegenomen. Tussen regio’s zitten grote verschillen of er met name tekorten in de huur- of koopmarkt zullen ontstaan. Verder valt op dat in vergelijking met de ramingen van 2015 het aantal nultredenwoningen in de sociale huursector veranderd is. Dit komt vooral doordat een aantal woningbouwcorporaties hun gegevens in 2014 hebben herzien.

 

Bronnen

ABF primos prognose 2015, CIZ, DANS/Ministerie BZK WoON 2015, bewerking: Tympaan Instituut​