Water in Natura 2000 gebieden

Grondwater is in natuurgebieden een bepalende factor voor de aanwezigheid van bepaalde planten. Om die reden worden de grondwaterstand en de grondwaterkwaliteit door de provincie in beeld gebracht. Daarvoor worden vanaf 2017 specifieke meetnetten ingericht, waarin mogelijke verdroging en vermesting plus verzuring van het grondwater wordt gevolgd. 

Grondwater en natuurkwaliteit

Grondwater is in natuurgebieden een bepalende factor voor de aanwezigheid van bepaalde plantensoorten. Het voorkomen daarvan is namelijk afhankelijk van de grondwaterstand en de grondwaterkwaliteit (waaronder het zoutgehalte). Vanuit de Kaderrichtlijn Water zijn provincies verplicht om het mogelijke effect van grondwater op ‘van 

grondwater afhankelijke vegetatie’in beeld te brengen. Zuid-Holland richt daarom specifieke grondwatermeetnetten in. De locaties van de meetpunten is mede afhankelijk van de locaties van de bijzondere planten die in deze gebieden voorkomen. Dat inrichting gebeurt vanaf 2017 in  natuurgebieden waar verdroging, vermesting of verzuring kan plaats vinden.

Rol Zuid-Holland

De provincie heeft de zorg voor schoon en voldoende grondwater om de gewenste natuurwaarden in natuurgebieden te behalen. Daarvoor meet de provincie de grondwaterstand en de grondwater-kwaliteit in natuurgebieden. Dit gebeurt zowel in het kader van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL), als in het kader van de Kaderrichtlijn Water. De Kaderrichtlijn Water stelt zelfs als voorwaarde dat er geen verdroging, vermesting of verzuring van de ‘van grondwater afhankelijke vegetaties’ in natuurgebieden mag voorkomen. 

Als dat wel het geval is dan krijgt het grondwaterlichaam waarin dit natuurgebied zich bevindt een negatief oordeel. De provincie moet dan maatregelen nemen om de toestand van het grondwater te verbeteren. De provincies hebben er gezamenlijk voor gekozen om voor de KRW prioriteit te geven aan monitoring van grondwater in de  Natura 2000-gebieden. Daarin wordt de relatie tussen grodnwater en de vegetaties in beeld gebracht op het schaalniveau van habitattypen (verwante groepen van vegetaties).

Stroomgebiedsbeheerplannen

In de 1e uitvoeringsperiode van de Stroomgebiedbeheerplannen voor Rijn en Maas 2009 – 2015 is er voor gekozen om de relatie tussen grondwater en vegetaties alleen globaal en alleen voor het thema verdroging in beeld te brengen. Dat is gedaan met behulp van ‘expert-judgement’. Voor de 2e uitvoeringsperiode van de SGBP’s van 2015 – 2021 brengt de provincie de relatie tussen grondwater en de grondwaterafhankelijke vegetaties per Natura 2000-gebied in beeld. Dit geberut alleen als in zo’n gebied  kans is op verdroging, vermesting of verzuring. In 2014 is ZH hiermee begonnen in een pilot in de  Natura 2000-gebieden van de duinen van Voorne en die van Goeree en de Kwade Hoek. Daarin is zowel de verdroging, vermesting als verzuring van het grondwater in relatie tot de gewenste

habitattypen in beeld onderzocht. Uit onderzoek in 2015 bleek dat de relatie tussen grondwater en vegetaties in de beide Natura 2000-gebieden in de duinen voor zowel verdroging als voor verzuring en vermesting statistisch voldoende betrouwbaar in beeld gebracht  kan worden. Voor een beeld van de relatie tussen grondwaterstand en habitattypen (verdroging) in het Natura 2000-gebied van de duinen van Goeree en Kwade Hoek zie figuur 1.

Op basis van deze relaties zal de provincie in 2017 overgaan tot inrichting van twee relatief sobere meetnetten voor verdroging en voor vermesting plus verzuring van het grondwater in relatie tot de voorkomende  habitattypen van vegetaties in beide Natura 2000-gebieden. 

Feiten en cijfers

De relatie tussen grondwater en vegetaties in 3 andere Natura 2000-gebieden in de overige duingebieden van Zuid-Holland worden in 2017 en 2018 in beeld gebracht en in de daarop volgende jaren zal dit gebeuren in de resterende 

13 Natura 2000-gebieden buiten de duinen. Op basis van de in beeld gebrachte relaties zullen er in 2018 en 2019 meetnetten voor verdroging en verzuring plus vermesting worden ingericht.

Het streven is om uiterlijk eind 2021 in alle – maximaal 23 – Natura 2000-gebieden waar verdroging of vermesting en verzuring van het grondwater van belang is de relatie tussen grondwater en de aanwezige vegetaties in beeld te hebben gebracht. Het doel is om in 2021 in 75% van deze gebieden ook de betreffende grondwatermeetnetten te hebben ingericht.