Warmte-energie

In de afgelopen periode 2010-2019 zien we een trendmatige groei voor de inzet van hernieuwbare warmte en restwarmte van 6 PJ in 2010 naar 12,6 PJ in 2019. De belangrijkste bronnen zijn restwarmte van de industrie, bodem-energie(wko), omgevingswarmte (uit lucht en water), aardwarmte(geothermie), warmtekracht(wkk) en warmte uit biomassa. Zonnewarmte levert nog een gering aandeel, ondanks het feit dat daar zeer bruikbare warmte mee is te oogsten. Uitgaande van de vervanging van gas-stook (kengetal 36kton/PJ), levert 12,6PJ aan duurzame warmte een CO2 reductie op van 594 kton CO2.

De energiebehoefte in Nederland komt voor bijna 60% voort uit onze behoefte aan warmte. Deze warmte wordt weer voor het overgrote deel opgewekt door verbranding van fossiele brandstoffen. Om de doelstelling ‘aardgasvrij’ invulling te geven, dient duurzame warmte een steeds groter onderdeel te vormen om in onze warmtebehoefte te voorzien. De vraag naar warmte kan door besparingsmaatregelen worden verminderd zodat we met de combinatie van fossiele brandstoffen en duurzame warmte de resterende warmtevraag kunnen invullen.

De provincie zet zich in om duurzame warmte en restwarmte uit de industrie nuttig in te zetten. De provincie zet wel kanttekeningen bij de verbranding van biomassa zoals

houtkachels en industrieketels die gebruik maken van houtpellets. Deze vorm van verbranding zorgt namelijk weer voor het verslechteren van de luchtkwaliteit omdat dit extra NOx en fijnstof oplevert. Toch wordt biomassa nog als duurzame vorm gezien omdat vanuit CO2-perspectief het wel een gunstig effect oplevert omdat door her-groei CO2 wordt vastgelegd in nieuwe biomassa.

In de onderstaande figuur wordt de verdeling over de diverse duurzame warmtebronnen inclusief restwarmte weergegeven. In de warmtetransitie-atlas (ook hiernaast te benaderen) is aangegeven waar welke bronnen zich bevinden in Zuid-Holland.

Warmtenetten in Zuid-Holland

Momenteel worden ongeveer 110.000 woningen verwarmd door een warmtenet, waarvan een deel door warmte van afvalverbranding en een deel door fossiele bronnen worden

gevoed. Het verduurzamen van deze bestaande warmtesystemen is een eerste stap in de transitie naar een duurzaam warmtesysteem in Zuid-Holland.

Aanvullend hierop wordt door de provincie de komende jaren toegewerkt naar een hoofdinfrastructuur voor warmtetransport met een onafhankelijk netbeheer waar alle partijen warmte aan kunnen leveren en van afnemen. Om deze ambitie in te vullen hebben vijf partijen

in 2017 onder de naam Warmtealliantie Zuid-Holland de krachten gebundeld. Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie, Provincie Zuid-Holland, Eneco en Warmtebedrijf Rotterdam (WBR) geven met dit initiatief een krachtige impuls aan de energietransitie in Zuid-Holland naar een nieuwe, CO2-arme duurzame energievoorziening.

Als wordt gekeken naar de verspreiding van de vraag naar verwarming van gebouwen en kassen en het aanbod van geothermie en mogelijke restwarmte in Zuid-Holland, dan is goed zichtbaar dat er synergie te halen valt in grote delen van Zuid-Holland. Om de synergie tussen vraag en aanbod optimaal te benutten is een

regionale infrastructuur nodig. Daarnaast zijn in de meer perifere gebieden in Zuid-Holland eveneens kansen voor het verduurzamen van de warmtevoorziening. Naast de individuele oplossingen zullen de collectieve oplossingen in deze gebieden vooralsnog lokaal zijn, tenzij koppeling met de Warmterotonde haalbaar blijkt.

We zien dat energiebesparing een groot effect heeft op de afname van de warmtevraag in gebouwde omgeving en glastuinbouw. De inschatting is dat de warmtevraag daalt van 110 PJ in 2020 naar 75 PJ in 2050. Het aardgasverbruik neemt daarbij in de komende decennia af, zodat we in 2050 Zuid-Holland van duurzame bronnen voorzien voor verwarming van woningen, gebouwen en kassen.

Diverse bronnen en technieken staan tot onze beschikking om aardgas te

vervangen. Restwarmte en aardwarmte vullen een substantieel deel van de warmtevraag in. Uitgaande van de landelijke trend krijgt ook bodem- en omgevingswarmte die met elektrische warmtepompen wordt opgewaardeerd(all-electric) een groter aandeel en groeit tot 10 procent. In bijgaande figuur kunt u aangeven (door met de bronnen naar rechts te schuiven) hoe ú denkt dat de fossiele en duurzame warmte zich tot elkaar gaan verhouden.

Restwarmte

Restwarmte is warmte die ontstaat als bijproduct van processen waar fossiele brandstoffen worden ingezet en die veelal door lozing of via koeltorens wordt afgevoerd door de industrie. In strikte zin wordt het daarom niet als hernieuwbaar gezien. Wel wordt restwarmte als besparing gezien, omdat het fossiele brandstof uitspaart.

Restwarmte die ontstaat bij verbranding van biomassa wordt wel als duurzaam gezien. In Zuid-Holland komt veel restwarmte vrij die relatief eenvoudig te benutten is voor verwarming van gebouwen en kassen, maar ook tussen bedrijven onderling.

 ​foto: Restwarmteoverdracht van Huntsman naar Evides (CO2 reductie ongeveer 15 kton/jaar)

Ook de industrie zet zich in om restwarmte in de vorm van hoge temperaturen zoals stoom aan elkaar uit te wisselen. In 2017 zijn diverse bedrijven hierover met elkaar in gesprek. Soms één op één met de buren, maar ook met meerdere

bedrijven tegelijk via een groot open netwerk. In de Botlek wordt op dit moment hierover onderhandeld. Zodra daar concrete stappen zijn gezet zal in deze factsheet daarover informatie worden opgenomen.

Bodemenergie

Bodemenergie, ofwel warmte-koudeopslag (wko) is een methode om energie, afhankelijk van het seizoen, in de vorm van warmte of koude (25-10 ̊C) uit te wisselen met de bodem tot maximaal 250 meter diepte. De techniek wordt gebruikt om gebouwen,

kassen en woningen te verwarmen, met behulp van een warmtepomp. De provincie verleent de vergunningen voor open wko-systemen en houdt ook het werkelijk gebruik bij. Het gaat hierbij tot nu toe om enkele honderden locaties.

Omgevingswarmte

Omgevingswarmte is zoals het woord zegt, warmte uit de directe omgeving, bijvoorbeeld uit de lucht, het oppervlaktewater, het afvalwater of het drinkwater. Deze warmte van 10-25 ̊C kan met warmtepompen

individueel of collectief worden verhoogd naar een wenselijke temperatuur en wordt meestal ingezet voor de verwarming van woningen. De meeste voorkomende toepassing hiervan zijn luchtwarmtepompen.

Aardwarmte

Aardwarmte, of wel geothermie is een methode om op grote diepte (2-4 km) warm water uit de aarde op te pompen en na uitwisseling van de warmte bovengronds het afgekoelde water weer terug te 

pompen. Deze warmte is 70 ̊C of hoger en kan dus rechtstreeks worden gebruikt voor verwarming van meerdere kascomplexen, gebouwcomplexen en woonwijken. Een bepaalde schaalgrootte is dus vereist.