De locaties die een risico vormen, krijgen prioriteit voor onderzoek en sanering. De beslissing om een verontreinigde bodem te saneren, wordt genomen op basis van prioriteiten.
Er zijn drie soorten risico’s:
De locaties met onaanvaardbare risico’s bij het huidige gebruik, zijn in het bodemsaneringsbeleid gedefinieerd als spoedlocaties. De locaties waar sprake was van humaan risico zijn in 2015 aangepakt. Bij locaties met ecologische risico’s of verspreidingsrisico’s zijn de inspanningen er op gericht om uiterlijk voor 2021 de verontreiniging te saneren of de risico’s te beheersen. Het beleid van de provincie is er op gericht om enerzijds de onaanvaardbare risico’s snel weg te nemen en anderzijds dit zoveel mogelijk door marktpartijen en belanghebbenden te laten uitvoeren en maakt daar afspraken over. De provincie stimuleert dat verantwoordelijke partijen en belanghebbenden onderzoek en sanering uitvoeren.
De provincie let er daarbij op dat saneringsmaatregelen zoveel mogelijk samenvalt met de maatschappelijke dynamiek zoals bouwwerkzaamheden en (her) ontwikkeling. Uitgangspunt is dat de risico’s worden weggenomen en de bodem geschikt wordt gemaakt voor het gebruik. Soms moeten tijdelijke beveiligingsmaatregelen genomen worden of kunnen saneringen in fases worden uitgevoerd.
Klik voor zoombare kaart in volledig scherm
De spoedlocaties 2018 zijn in onderstaande lijst (pdf document) verwerkt:
Lijst spoedlocaties Zuid-Holland 2018
Aanpak Provincie Zuid Holland
De aanpak van bodemverontreiniging maakt steeds meer deel uit van reguliere ruimtelijke projecten. In de planvorming rekening houden met aanwezige bodemverontreiniging kan kosten besparen.
De provincie heeft de uitvoering van bodemtaken ondergebracht bij de regionale omgevingsdiensten. Per geval beoordeelt de omgevingsdienst welke maatregelen nodig zijn en wie deze moet uitvoeren. In veel gevallen is de eigenaar zelf verantwoordelijk volgens de Wet bodembescherming voor onderzoek of sanering. In een aantal gevallen waar geen verantwoordelijken zijn aan te wijzen neemt de omgevingsdienst zelf initiatief voor het onderzoek en sanering namens de provincie.
Stand van zaken
In het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties” uit 2009 (“Bodemconvenant 2010-2015”) is afgesproken dat de humane risico’s eind 2015 zijn weggenomen (risico’s gesaneerd danwel beheerst). De provincie Zuid-Holland heeft deze doelstelling gerealiseerd. In de tweede helft van 2017 is echter één locatie herbeschikt in humaan risico. Er zijn gebruiksbeperkingen van kracht op de locatie en de aanpak van deze locatie is voorzien in 2018. In 2018 zijn er 5 nieuwe locaties toegevoegd waar humane risico’s aan de orde zijn. Voor verontreinigingen die kunnen leiden tot risico’s voor verspreiding en ecologie geldt dat deze locaties in beeld zijn gebracht. Daarbij geldt dat ook deze risico’s zo spoedig mogelijk na 2015 worden weggenomen. In het “Bodemconvenant 2016-2020” is afgesproken dat alle op de MTR 2013-lijsten opgenomen spoedlocaties én de locaties die daarna nog bekend worden, voor 1 januari 2021 zijn gesaneerd dan wel de risico’s van deze locaties zijn beheerst.
In onderstaand histogram is het aantal spoedlocaties onderverdeeld naar soort risico per jaar.
Twee kanttekeningen bij deze tabel:
Bij 19 van de in behandeling zijnde locaties waar humaan risico relevant is, zijn eind 2018 de risico’s beheerst door tijdelijke maatregelen (2) of omdat sanering in uitvoering is (12). Van de 5 locaties waar de humane risico’s nog niet zijn beheerst is in één geval sprake van gebruiksbeperkingen en de overig 4 locaties zijn in 2018 aan de spoedlijst toegevoegd zodat maatregelen nog voorbereid moeten worden.
Bij deze locaties zijn vervolgwerkzaamheden nodig om tijdelijke maatregelen om te zetten in definitieve maatregelen of om de lopende sanering af te ronden. Op de locatie die in de tweede helft van 2017 beschikt is met humaan risico zijn gebruiksbeperkingen van kracht en (gedeeltelijke) aanpak zal eind 2018 plaatsvinden.
De komende jaren zal prioriteit worden gegevens aan het afronden van de aanpak van alle spoedlocaties.
De aantallen hebben betrekking op het gebied waarvoor de provincie Zuid-Holland zelf bevoegd gezag is in het kader van de Wet Bodembescherming. Dit betreft geheel Zuid- Holland exclusief de gemeenten Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden en Schiedam die zelf bevoegd gezag zijn.