Gewenste woningvoorraadtoename

Deze pagina toont de gewenste woningvoorraadtoename en de maximale programmaruimte in de vijf Zuid-Hollandse woondealregio’s op basis van de Woningbehoefteraming 2023. De gewenste woningvoorraadtoename voor de periode 2023 tot en met 2032 is door Gedeputeerde Staten vastgesteld als richtinggevend uitgangspunt voor de onderbouwing van de behoefte aan nieuwe woningen (nut en noodzaak) in plannen door gemeenten in het kader van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Omdat woningbouwontwikkelingen vaak een lange voorbereidingstijd kennen, is ook de gewenste woningvoorraadtoename voor de periode 2033 tot en met 2042 berekend. Omdat een woningbehoefteraming op basis van demografische prognoses altijd en zeker zo ver vooruit onzekerheden kent, geldt voor die periode dan ook dat het om een indicatie gaat die niet te gebruiken is voor de onderbouwing van de behoefte aan nieuwe woningen volgens de Ladder voor duurzame verstedelijking voor plannen uit het regionale woningbouwprogramma dat een looptijd van tien jaar heeft (*).

De gewenste woningvoorraadtoename is het resultaat van twee scenario-berekeningen, te weten binnenlands migratiesaldo ‘nul’ en binnenlands migratiesaldo ‘trendmatig’. Per woondealregio telt de hoogste van deze twee scenario-berekeningen. Per woondealregio geldt dat om op de gewenste woningvoorraadtoename uit te komen de provincie een regionaal woningbouwprogramma kan vaststellen dat maximaal 130 procent van de gewenste woningvoorraadtoename bedraagt.

De hierna getoonde cijfers geven per woondealregio achtereenvolgens weer: de gewenste woningvoorraadtoename (inclusief eventuele toedeling uit de provinciale woningbehoeftepot 2023-2032) die Gedeputeerde Staten hebben vastgesteld voor de periode 2023 tot en met 2032 en de daarbij behorende maximale programmaruimte, en de indicatief gewenste woningvoorraadtoename voor de periode 2033 tot en met 2042.