De provincie heeft in haar beleid ‘’Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water’’ gesteld dat uiterlijk in 2015, met mogelijke uitloop naar 2027 alle grondwaterlichamen in de ‘goede’ chemische toestand verkeren. Provincies worden geacht elke zes jaar via stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) te rapporteren over de toestand van de grondwaterlichamen.
Een goede (grond)waterkwaliteit is belangrijk voor mens, dier en natuur. Daarom is sinds 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Daarin zijn afspraken gemaakt die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2015, met mogelijke uitloop naar 2027 alle grondwaterlichamen in de zogenoemde ‘goede toestand’ verkeren (chemisch op orde). Provincies rapporteren zes-jaarlijks de toestand van haar grondwaterlichamen in het stroomgebiedbeheerplan (SGBP). Daarnaast hebben Provinciale Staten specifiek voor Zuid-Holland het KRW-beleid vastgesteld middels de Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water (14 oktober, 2015).
De provincie Zuid-Holland heeft vijf grondwaterlichamen in beheer welke gelegen zijn in het deelstroomgebied* Rijn-West (3) en Maas (2):
Om doelbehaling voor de KRW te bewerkstelligen heeft de provincie een monitoringsmeetnet in beheer. Het monitoringsmeetnet bestaat uit 58 meetputten, bestaande uit 10 LMG-meetputten (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit) en 48 PMG-meetputten (Provinciaal Meetnet Grondwaterkwaliteit). Een selectie van meetputten uit deze monitoringsnetten vormen samen het KRW-meetnet.
Om doelbehaling uiterlijk in 2027 te halen monitort de provincie drie-jaarlijks de grondwaterkwaliteit, waarbij zes-jaarlijks een toestandsbeoordeling per grondwaterlichaam plaatsvindt. Er worden vier stofgroepen gemonitord, namelijk, algemene stoffen, gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen / medische stoffen en overige verontreinigde stoffen. De stofgroepen geneesmiddelen, medische stoffen en overige verontreinigde stoffen zijn in 2015 voor de eerste keer gemeten en vormen daarmee een nulmeting. Vooralsnog zijn er geen normen vastgesteld voor geneesmiddelen, medische stoffen en overige verontreinigde stoffen.
De provincie is verantwoordelijk voor:
1. Monitoring van de algemene toestand en trends van de grondwaterkwaliteit;
2. Het uitvoeren van de zes-jaarlijke beoordeling van de toestand en trends in grondwaterlichamen;
3. Het behalen en (indien reeds bereikt) behouden van de KRW-doelen;
4. Het uitvoeren van algemene maatregelen om de grondwaterkwaliteit te verbeteren.
Beoordeling grondwaterlichamen 2012
Huidige toestand (op basis van monitoringsgegevens 2012)