Hernieuwbare energie

Het aandeel hernieuwbare energie in de provincie Zuid-Holland is tussen 2010-2018 meer dan verdubbeld van 2,5 naar 5,2%. Het landelijk aandeel bedroeg 7,4% in 2018. De belangrijkste hernieuwbare opwek bronnen in Zuid-Holland in 2018 zijn de afvalverbranding, biomassa inzet en WKO warmte. De 5,2% hernieuwbare energie zorgt ervoor dat een uitstoot van 3,9 Mton CO2 emissie vermeden wordt. Er is sprake van een gestage toename van de opwek en gebruik van duurzame energie. Die toename vindt plaats op vele onderdelen: wind, zon, geothermie, WKO en duurzame warmte uit afvalverbranding. Sinds 2010 is de absolute hoeveelheid hernieuwbare energie in Zuid Holland meer dan verdubbeld tot 22,6 PJ.

De provincie gaat uit van de Trias Energetica. Dat betekent dat we eerst kijken naar besparingsmogelijkheden op het totale energiegebruik. Daarna wekken we energie zoveel mogelijk op via hernieuwbare energiebronnen. En als laatste moet energie die we uit fossiele bronnen halen, zo schoon mogelijk worden ingezet. In de energieagenda van de provincie ‘Schone Energie voor iedereen wordt ingezet op:

  • Schone stroom
  • Duurzame warmte voor gebouwen en kassen
  • Toekomstbestendige energie infrastructuur en grondstoffen systeem

Het aandeel hernieuwbare energie is in 2018 als volgt over de bron categorieën verdeeld:

  HE opwek bronnen [PJ] 2018
1 Wind 2,3
2 Zon-PV 1,5
3 Zon-thermisch 0,2
4 Waterkracht
5 Geothermie 1,6
6 WKO warmte 2,8
7 Warmtepomp 2,5
8 Meestook biomassa kolencentrales 0,9
9 Biomassa overig 3,2
10 Afvalverbranding 4,7
11 Vergisting (biogas) 0,6
12 Biobrandstoffen verkeer 2,2
  Totaal 22,6

De inzet op hernieuwbare energie zorgt ervoor dat minder fossiele energie nodig is voor het leveren 

van elektriciteit of warmte. Daarmee wordt dus CO2-emissie vermeden. In 2018 was dat 3,9 Mton.

Wind

Het opgesteld vermogen aan windenergie nam tot 2016 gestaag toe maar was in 2017 afgenomen doordat drie windparken met in totaal 23 turbines zijn afgebroken. Tussen 2017 en 2018 is het opgesteld vermogen fors toegenomen tot 361 MW en weer op het niveau van 2016. Het ge-upgrade slufterwindpark in het Rotterdamse Havengebied is inmiddels weer in werking genomen maar heeft in 2018 nog nauwelijks

elektriciteit opgeleverd. Het provinciale doel is 735,5 MW eind 2020 die zeker niet gehaald gaat worden.

Bij windenergie kan onderscheid gemaakt worden tussen wind op land en wind op zee. De vergunningverlening voor wind op zee is een Rijksaangelegenheid. In deze factsheet wordt alleen de hoeveelheid wind op het Zuid-Hollandse land meegenomen. De provincie faciliteert windenergie ruimtelijk.

Warmte

Meer dan de helft van de hernieuwbare energie bestaat uit warmte. In 2018 is dat 14,1 PJ van de totaal opgewekte hernieuwbare energie van 25,6 PJ. Tussen 2010 en 2018 is de hoeveelheid opgewekte duurzame warmte gestegen van 4,4 PJ naar 14,4 PJ.

Dat is van 5,3 PJ in 2010 toegenomen tot 11,6 PJ in 2017. In 2016 was de hernieuwbare energieproductie door geothermie 1.55 PJ. Bijstook in kolencentrales ins hier niet meegenomen omdat deze bijstook voornamelijk voor elektriciteitsbehoefte is bedoeld. Met 3,7 PJ is de warmte productie van het afval bedrijf de belangrijkste bron.

Warmte neemt in Nederland ongeveer 40% van het energiegebruik voor zijn rekening. Naast warmte is ook koude nodig. De huidige warmtelevering is voor meer dan 95% gebaseerd op het verstoken van aardgas. Koude gaat vaak elektrisch (airconditioning).
Naast besparing zijn de belangrijkste maatregelen voor Zuid-Holland om de transitie van het gebruik van aardgas naar duurzame warmte en restwarmte tot stand te laten komen; de winning van aardwarmte, de benutting van industriële rest- en afvalwarmte en warmtekoudeopslag (WKO) in de bodem.

Biomassa

Biomassa wordt ingezet voor opwekking van energie door onder andere:

  • bijstook van biomassa in kolencentrales;
  • volledig op biomassa gestookte centrales of boilers;
  • vergisting tot biogas.

Het verstoken van Biomassa staat ter discussie. Beter zou zijn om het gebruik van biomassa vanuit de grondstoffentransitie te bezien en de inzet te cascaderen. Dat betekent dat eerst nuttige grondstoffen met een veel hogere economische waarde er uit te halen (bijvoorbeeld via een fermentatieproces) en dan pas het deel dat niet als grondstof is in te zetten te verbranden.

Biobrandstoffen

Biobrandstoffen betreffen de (gedeeltelijke) vervangers van de motorbrandstoffen (bijmengverplichting). Ook het gebruik van biogas voor wegverkeer valt in deze categorie.

Er wordt 2,1 PJ aan biobrandstoffen bijmenging toegerekend aan Zuid -Holland. Voor de berekening van de effecten van het gebruik van biobrandstoffen wordt uitgegaan van het percentage landelijk verplichte bijmenging.

Zon

Bij zonne-energie kan onderscheid gemaakt worden in:

  • PhotoVoltaïsche (PV) systemen, waarbij zonlicht direct in elektriciteit wordt omgezet, en
  • Thermische systemen, waarbij de warmte van de zon benut wordt (bijv. zonneboilers).

Alle regio’s dragen bij aan de opwekking van duurzame energie. Hieronder is te zien in welke mate.
Voor energie uit zon PV systemen is er ook een duidelijke groei zichtbaar: van 0,33 PJ in 2010 naar 1,5 PJ in 2018. Vooral de laatste 3 jaren is die groei sterk.