Finaal energiegebruik

Het energiegebruik in de provincie Zuid Holland is tussen 2010 en 2018 vrij constant gebleven met een kleine daling van ruim 3 TJ tot 432 TJ. De industrie en de gebouwde omgeving zijn de twee sectoren die de meeste energie verbruiken. De belangrijkste sector binnen de provincie Zuid Holland is de industrie waar dat Nationaal de gebouwde omgeving is. Samen met de sector verkeer en vervoer zijn dit de drie belangrijkste energiegebruikers. Het totaal energieverbruik is sinds 2010 nagenoeg gelijk gebleven in Zuid-Holland met een lichte daling tussen 2010-2014 en een lichte stijging tussen 2014-2018.

De provincie gaat uit van de Trias Energetica. Dat betekent dat we allereerst zoveel mogelijk energie willen besparen, de energie die we nodig hebben zoveel mogelijk duurzaam willen opwekken en de fossiele brandstof die we dan nog nodig hebben, zo schoon mogelijk inzetten. Energiebesparing is een belangrijk aspect binnen de gehele energietransitie. Helaas kunnen we energiebesparing hier niet weergeven omdat er onvoldoende bruikbare gegevens op provinciale schaal beschikbaar zijn. Inspanningen om efficiënter met energie om te gaan leiden niet altijd tot absolute energiebesparing.

Als het energiegebruik per ton product halveert, maar de productie verdubbelt, is er per saldo geen besparing en zie je die efficiëntie niet terug in de cijfers. In 2016 zagen we een kleine daling in het energiegebruik vanuit de industrie, maar sinds 2017 ie het verbruik gestegen. In 2018 is in vergelijking met 2017 meer dan 8 PJ extra energie verbruikt. Zowel de gebouwde omgeving als de mobiliteit en de tuinbouw zijn nagenoeg gelijk gebleven. over de afgelopen 5 jaar gekeken is de grootste besparing te vinden in de gebouwde omgeving en de land en tuinbouw.

Finale energie betreft het energiegebruik van eindgebruikers; energie die daarna niet meer bruikbaar is. Bijvoorbeeld in een woning gaat het om het totale energiegebruik van gas, elektriciteit en warmte.
Het verschil tussen primair en finaal energiegebruik kan per sector groot zijn. Dat geldt vooral voor de (fossiele) energieproducenten, zoals een gas- of kolencentrale. In het finaal energiegebruik telt de inzet van gas, kolen en olie niet mee voor die sector indien deze zijn omgezet in een andere energievorm of producten. Behalve het deel dat voor het productieproces verbruikt wordt of voor het eigen gebruik (bijv. transport van de kolen naar de ovens of het verwarmen van het eigen gebouw). Voor raffinaderijen geldt hetzelfde.

2014 laat het laagste energieverbruik zien van de afgelopen 10 jaar. De zachte winter in 2014 heeft er voor gezorgd dat zowel in de gebouwde

omgeving als in de land- en tuinbouw minder energie is gebruikt in dat jaar. In de gebouwde omgeving werpt energiebesparing (zuiniger apparaten, LED-verlichting) zijn vruchten af en zien we ook in een aantal andere sectoren een lichte daling van het energiegebruik. In de factsheet CO2-algemeen is te zien dat de CO2-emissie in de gebouwde omgeving iets is gestegen, dit betekent dat er meer gas is gebruikt. Gas wordt in de gebouwde omgeving voornamelijk ingezet voor ruimteverwarming (bijna 95%).

In de factsheet hernieuwbare energie wordt de opgewekte duurzame energie weergegeven.

De provincie zet zich via diverse paden in om het energiegebruik terug te dringen. De aanpak is uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma ‘Schone energie voor iedereen’ 2020 – 2023 van de provincie Zuid-Holland.